woensdag 26 november 2014

Hoe overleef ik de winter?

De donkerte is al een poosje aan de gang, en hoewel het nog steeds te warm is voor de tijd van het jaar, valt het niet langer te ontkennen: de winter is in aantocht. Voor wie nu denkt “Yo, mekker jij de hele zomer lang niet dat het te warm is?”: ja, klopt. Ik gedij het beste in een klimaat dat niet te warm, niet te koud is, niet te droog, en niet te nat is, en vooral geen grote schommelingen vertoont: mijn special snowflake oude kadaver is een beetje een Goudlokje.

Aangezien ik helaas niet in de omstandigheid ben dat ik Elders kan overwinteren, laat staan verkassen, moet ik er maar het beste van zien te maken. Onmisbaar hierbij is mijn daglichtlamp, a.k.a. Het Limpje, want het ergste vind ik niet de regen en eigenlijk ook niet de kou, maar het gebrek aan licht. Van donker weer krijg ik niet alleen De Sim, maar ik word er ook zo ontzettend MOE van. Iets wat ik, gezien het feit dat ik over het algemeen op goede dagen ook maar 80% van de energie van een gezond mens heb, absoluut niet kan gebruiken. Het Limpje is geen wondermiddel, maar het voorkomt wel dat ik in winterslaapmodus terechtkom, waar ik zo’n 18 uur per dag zou willen én kunnen dutten. Ja, letterlijk.

Dat dutten gaat overigens ook een stuk warmer sinds ik een elektrische deken heb. Ik heb er lang tegenaan gehikt omdat de bejaardheidsfactor nogal hoog ligt, maar heb bij nader inzien spijt dat ik het ding niet jaren eerder gekocht heb. Overigens gebruik ik hem slechts om mijn bed op te warmen en laat ik hem niet de hele nacht aanstaan, anders schiet ik alsnog in de winterslaapmodus en dat zou redelijk contraproductief zijn.

Om mezelf eenmaal uit bed overeind te houden en voort te sturen, drink ik thee. Heel veel thee. Vanwege de bloeddruksores moet ik me verre houden van zoethout-bevattende theemelanges (lees: bijna elke theemelange), dus beperk ik me tot het uittesten van elke mogelijke muntthee variant die er op de markt is. Mijn favoriet op het moment is Pukka three mint, die toevallig ook erg sjeun verpakt is. Dit in het kader van “het oog wil ook wat”.

Over ogen, oren en vingers gesproken: ik heb standaard mijn handschoenen en oorwarmers in mijn tas zitten, evenals een paar lange beenwarmers. Ook ben ik na jaren sokloosheid overstag gegaan voor de bamboesok. Ze slijten helaas als een malle, maar zijn wel heerlijk warm, zacht en niet-klef zolang ze het doen.

Voor de dagen waarop je van naar buiten kijken al last krijgt van vriesdroogplekken, kan ik de thermokleding van de Action aanraden. Kost geen derrière en werkt toch. Om daadwerkelijke vriesdroogplekken op mijn snoet door gezichtscrèmes op waterbasis te voorkomen, gebruik ik gezichtsolie van Cattier. Dat is trouwens in elk seizoen een aanrader, mocht u nog zooi-vrije gezichtsverzorging zoeken.

Naast al deze gein mik ik dagelijks nog een reut vitaminepreparaten naar binnen om de gevolgen van mijn vegetarisme, glutenintolerantie en binnenzitterige bleekneusjespersoonlijkheid wat tegen te gaan, en schrans ik me door een boomgaard avocado’s heen. Dat laatste is overigens puur omdat ik ze lekker vind, niet omdat ze blijkbaar ~gezond~ verklaard zijn.

Zeu, dat was mijn lijstje wel zo’n beetje. Doet u ook dingen om de winter door te komen, of bent u juist een “Yay! Koek en zopie! Elfstedentocht! IJspegels aan mijn neus, fokjèh!”-type?

woensdag 19 november 2014

Vandaag even niet

Het plan was om vandaag een leutige protip-post te plaatsen over de dingen die ik doe om de winter te overleven. Toen keek ik eens naar mezelf en naar Clark en dacht ik: "Redelijk hypocrietjes, zo'n post op dit moment".

Want Clark is van "terugval niesziekte" via "het-is-waarschijnlijk-kanker-oh-nee-gelukkig-toch-slechts-een-rare-vetbult" naar "terugval niesziekte" gegaan in de afgelopen 4 weken, en ik ben na al dat gedoe, gemekker in het algemeen en in het bijzonder, en uiteraard mijn eigen gesterf de hele tijd ondertussen dusdanig fysiek/mentaal uitgeput en sikkeneurig dat ik vandaag bijna iemand een mail gestuurd heb met als tekst "Schuif die f*cking lijmstiften in uw aarsch", dus eh, nee.

~Artiste~ als ik ben, heb ik er voor mijn-perfecte-leven-op-Instagram een creatieve draai aan gegeven:

Artistiek, non?

Volgende week ben ik weer leuk, mensen. Echt waar.

woensdag 12 november 2014

Komjoenittie - Hoe kom je ervan af?

Disclaimer: gaat u er maar vanuit dat deze post niet over u gaat, zo pasgro ben ik nu ook weer niet. Mocht u desondanks tóch denken dat het over u gaat, tja, dan eh, iets met schoenen en aantrekken.

Hoewel de titel grotendeels een clickbait-y grap is en bovendien een referentie aan de vorige komjoenittie-post, zijn komjoenitties in mijn ervaring een beerput van extreem vermoeiend intermenselijk gezeik.

Ik heb in de afgelopen 20+ jaar deel uitgemaakt van diverse komjoenitties, in grootte variërend van 5 tot zo’n 20 mensen. In 99% van de gevallen ging het als volgt: een min of meer (sommige min, anderen meer) gemotiveerd clubje mensen dat iets gemeenschappelijk heeft, zoekt elkaar op met Een Doel. De eerste meeting is veelbelovend. Maar dan volgt er onherroepelijk een van deze twee scenario’s:

1) het hele clubje dondert na meeting twee als een kaartenhuis in elkaar en dat was het dan, op naar de volgende poging;

of

2) het suddert een poosje met wisselend succes door, waarna de nuttige (lees: actieve) mensen het zinkende schip verlaten en slechts de dode paarden (lees: mensen die zeggen van alles te willen en enthousiast lijken, maar als het puntje bij paaltje komt geen fuck doen) en de dode paarden-trekkers achterblijven. Het is dan afhankelijk van het uithoudingsvermogen van de dode paarden-trekkers hoe lang zo’n clubje nog bij elkaar blijft, en zeker als mensen nog jong en/of idealistisch zijn, kan dat nog best lang duren.

Elk van die komjoenitties had altijd een bepaald aantal ontwrichtende types binnen de gelederen. Hoewel sommige daarvan in elke groep voorkomen, zijn er een aantal specifiek (wannabe)schrijversclubjes-gerelateerd, want dat zijn de komjoenitties waarbinnen ik het grootst mogelijke nutteloze gezeik meegemaakt heb. Echt, met dansers had ik dit soort gemekker nooit, die hadden het te druk met dansen. En met hun eetstoornis. File under: dingen die geen grap zijn.

Maar goed, de types:

  • De Regelneef-types die geen deel uitmaken van de organisatie, maar desondanks direct de hele zooi overnemen en naar hun hand proberen te zetten, terwijl niemand daarop zit te wachten;
  • De Blaasbalgen die binnen 5 minuten verkondigen dat zij Echte Schrijvers zijn. Vaak zijn ze minder gaan werken of hebben ze hun baan zelfs opgezegd om aan hun roman (altijd weer die #$@#$@ roman) te gaan werken. De kaft van hun boek hebben ze al laten ontwerpen, ze gaan “Zeker weten!” de filmrechten verkopen en weten al precies welke acteur welk karakter moet gaan spelen (alsof je daar als auteur ENIGE invloed op hebt) en oh ja, het is, natuurlijk, uiteraard, een trilogie.

    Ik geef het toe, de eerste keer dat ik zo’n type tegenkwam was ook ik bruut onder de indruk. Bij nacheck 10 jaar later echter blijkt boek 1 nog steeds niet af. Heel eerlijk gezegd zou het me niets verbazen als Pietje (niet Pietje’s echte naam) eigenlijk nooit aan boek 1 begonnen is, maar uiteraard wel nog steeds zijn blaat blaasbalgt in diverse schrijfgroepjes in Amsterdam en omstreken;
  • De Aasgieren, die een komjoenittie slechts zien als een afzetmarkt en een plek om je te profileren. Die geen enkele interesse tonen voor de mensen om zich heen, behalve voor de Blaasbalgen, waarvan ze denken dat die “beter” zijn dan zij en waarvan ze hopen dat die ze vooruit zullen helpen. Iedereen die geen Blaasbalg is, wordt, ongeacht wie ze zijn en wat ze doen, volautomatisch gedegradeerd tot dom klootjesvolk dat alleen geschikt is als klapvee.

    Voorbeeldje: de Aasgieren laten op semi-agressieve wijze weten te verwachten dat ik voor 20+ euro hun ongeedite woordenbrij aanschaf, maar zijn zelf zéker niet van plan om ook maar twee pleuri mijn kant op te dirigeren voor een van mijn zines. Dan is het plots stiiil aan de overkant.

    Dit zijn ook de types die denken dat een komjoenittie een nutsvoorziening is, iets wat door anderen in stand gehouden wordt en waar ze dan tig jaar later, als ze weer eens wat te slijten hebben, weer bij aan kunnen haken. Om dan enorm verbaasd te zijn dat dat zo niet werkt;
  • De types die om “ongezouten kritiek” vragen, maar bij de eerste vriendelijke constructieve opmerking al tegen het plafond slaan en beginnen te jammeren over artistic integrity. Tuurlijk joh, onbegrijpelijk non sequitur gebrabbel in Dunglish, vol dubbele spaties, gebrekkige grammatica en knoerten van spelfouten is heel artistiek.

    En dan dat eeuwige “Ik kan me het best in het Engels uitdrukken” – Als je daadwerkelijk denkt je het best te kunnen uitdrukken in een taal die je overduidelijk zelfs niet op basisniveau beheerst, moet je misschien maar gewoon je kop houden. Nee, soms ben ik niet aardig;
  • De Hufter (m/v/anders: [vul in]) waar iedereen acuut een hekel aan heeft, maar waar niemand “Rot op!” tegen durft te zeggen. Echt, als er ooit een moment was om die sketch van Hans Teeuwen  over “mijn vrienden zijn naar een ander café gegaan, maar nu willen ze me niet zeggen waar dat is” in praktijk te brengen, dan zou dit het zijn. Maar dat gebeurt dus nooit, gek genoeg.

Natuurlijk zijn er ook nog de mensen die wél iets willen en wél iets doen. Deze mensen verdwijnen echter meestal vlotjes naar greener pastures (een wél functionerende komjoenittie?), en ik geef ze groot gelijk, want Koppijn komma Splijtende.

Ooit las ik “the difference between friends and community is that community is still there even after it decides it doesn’t like you as a person.” Een prachtige, zeer ware, definitie. Maar net als de schrijfster van die blogspost, heb ik daar geen trek meer in. Na 20+ jaar voornamelijk miskleunen heb ik er het geduld niet meer voor. Tijd ook niet meer trouwens: mijn gezondheid is niet al te best, ik word volgende maand al 39 en ik heb nog zat shit te doen.

Want het continu proberen komjoenitties op te starten kost bakken tijd en energie, met nul komma nul resultaat behalve @#$#@$ frustratie. Tijd en energie die (ziet u een thema?) ik beter in mijn eigen projecten kan steken. Ik ben er namelijk in de loop der jaren achter gekomen dat, uitzonderingen uiteraard daargelaten, DIY (= do it yourself) over het algemeen een gevalletje “do it alone” is.

En toch. Via social media krijg ik met enige regelmaat kijkjes in het leven van anderen die het blijkbaar wél voor elkaar krijgen om een komjoenittie te vinden/samen te stellen van mensen die wél productief zijn en die elkaar wél wederzijds steunen. Ik vraag mij af: hoe krijgen ze dit op “organische” wijze voor elkaar?

Of is dat het hem nou juist, dat het NIET organisch is, dat ze een ballotage hebben? Dat dat verklaart hoe ze een groep van 4 – 5 mensen bij elkaar krijgen waarbij iedereen daadwerkelijk iets doet en waarbij er wederzijdse waardering is, zelfs als men binnen heel verschillende genres of soms zelfs disciplines werkt?

Een groep zonder blaasbalgen, aasgieren, regelneven, talentloze-niet-tegen-kritiek-kunnende-“artistiekelingen”, hufters, half-dode paarden waar je nodeloos lang aan blijft trekken, en natuurlijk zonder de mensen die nog te belazerd zijn om hun tekstje hardop aan zichzelf voor te lezen en daarom gebroddel inleveren waar je als editor twee keer zo lang aan edit dan dat zij er ooit aan geschreven hebben?

Kan dit? Is zo’n komjoenittie mogelijk? En zo ja, hoe kom je tot zo’n groep, hoe filter je prie-emptiflie de ongewenste elementen uit? Hoeveel kikkers moet je kussen voordat je een klein clubje mensen hebt waarbij de neuzen dezelfde kant op staan? Hoe krijg je dit voor elkaar zonder de tijd die je in je eigen werk moet steken dramatisch te kompromaaijsen?

Of heb ik toevallig ontzettend veel pech gehad met de clubjes waar ik in terecht kwam? Of ligt het gewoon aan mij? Is het iets typisch (wannabe)schrijver-gerelateerds? Is het misschien iets typisch Nederlands? Want het valt me op dat de mensen met een (schijnbaar?) functionele komjoenittie altijd Elders zitten, en niet hier in Nederland. Is dat toeval? Of is het allemaal gewoon weer een gevalletje Schijn gecombineerd met een gevalletje “het geregisseerde leven op het internet lijkt altijd charmant”, en heeft iedereen altijd en overal in meer of mindere mate gezeik met hun komjoenittie?

Antwoorden? Ervaringen? Herkenning? Meningen? Protips? Iemand? Help?

De reactiefunctie heeft wat kuren de laatste tijd, mocht u problemen ondervinden met het posten van uw comment, mailt u mij dan even op LogPoes@gmail.com?

woensdag 5 november 2014

Zeemeeuw

Eerder vanavond voerden The Big Kahuna en ik een gesprek over grime, make up en het verschil tussen theater en ballet. Mijn punt was dat toneelspelers vaak opgemaakt worden, terwijl dansers altijd de pineut zijn en hun eigen snoet moeten volsmeren en hoe oneerlijk dat eigenlijk is.

The Big Kahuna: “Ja, maar dat komt omdat acteurs soms binnen een stuk ouder worden of er heel anders uit moeten zien, en dat is vaak complex grimewerk.”

LP: “Ja ok, bij het Theater van de Lach misschien, ik had het over serieus theater. Ik bedoel, er komt weinig professioneel grimewerk te pas bij De Postduif van Tsjechov en toch hoeven de acteurs zichzelf niet op te maken.”

TBK, bulderend van de lach: “DE POSTDUIF!?”

LP: “Postduif, Zeemeeuw, whatever. Zo’n vogel.”

Blog Design by Get Polished